De Indonesië-geschiedenis is te complex voor drie afleveringen

David Van Reybrouck spreekt een oude Molukse vrouw.

Hoe zit het precies, hoe zit het? In twee afleveringen Revolutie in Indonesië (NTR) ’s woensdags sprak historicus en schrijver David Van Reybrouck stokoude getuigen en oud-militairen over de onafhankelijkheidsstrijd en dekolonisatieoorlog in Indonesië. Het is complex. Ik vraag me af wat ik precies gezien heb.

In sfeervolle beelden stapt ‘de reiziger’ Van Reybrouck met zijn oude rugzak achter op een brommer, in een bootje, in een fourwheeldrive, en speurt mensen op uit allerlei legers die in de archipel tegenover elkaar hadden gestaan. Hij had haast; na vier jaar research is inmiddels bijna de helft van zijn tweehonderd gesprekspartners gestorven, zegt hij tegen de VPRO Gids.

Vooropgesteld: we mogen dankbaar zijn dat uitgerekend de Belg David Van Reybrouck zijn messcherpe blik richt op ‘onze’ koloniale geschiedenis. Hij had al een geprezen boek geschreven over de voormalig Belgische kolonie Congo, en daar honderden mensen gesproken. Hem was gevraagd hetzelfde te doen over de dekolonisatie van Indonesië, nu de ooggetuigen nog net leefden.

Dat was regisseurs Djoeke Veeninga en Marlou van den Berge ter ore gekomen en ze besloten hem vier jaar te volgen in zijn research voor zijn boek Revolusi. “Juist als Belg kan ik wegblijven van het idee dat dit alleen een Nederlands-Indonesisch verhaal is. Het is wereldgeschiedenis. En daarmee ook mijn geschiedenis”, zegt hij in de serie.

Je voelt dat hij gelijk heeft

Je voelt dat hij gelijk heeft. Zo spreekt hij zonder reserve ook twee ‘vijandelijke’ Japanners die Nederlands-Indië in 1942 binnenvielen. Het vechten tegen de Nederlanders leek ‘een oefenpartijtje’ (pijnlijk) en de bevolking haalde hen als bevrijders in. (Hoe wreed ze waren, zeggen die oud-strijders niet.) Hij gaat naar de Molukken en spreekt twee oude vrouwen die nog het geweld van de Japanners zijn ontvlucht. Hij spreekt een onafhankelijkheidsstrijder die na de Japanse capitulatie in ’45 met bamboestokken vocht tegen elke nieuwe bezetter. (De gewelddadige Bersiap-periode ’45-’46.) En wanneer die zegt dat hij zelfs tegen Nepalese elitetroepen vocht, gaat Van Reybrouck diep Nepal in om die oude Gurkha’s te zoeken. Zij vochten met Brits-Indiase troepen op verzoek van Nederland tegen de onafhankelijkheidsstrijders.

Als kijker stel je je steeds respectvol open voor elke negentig- tot honderdjarige, maar door hun herinneringen zonder reflectie en context, duizelt het je van de perspectieven. Alsof je illustraties krijgt bij een verhaal dat nog niet voldoende verteld is.

Een driedimensionale kijkkast

Weliswaar laat de historicus op een grote landkaart de legerbewegingen zien, en zijn cruciale scènes in de typisch Indonesische vorm van een diorama gegoten: een driedimensionale kijkkast. Maar je mist toch een hoofdlijn, en een zichtbare tijdlijn. Wat kwam er eerst, wie vormde de hoofdmoot of een marginale groep, en hoe kon het dat een stelletje Europeanen het ene Aziatische volk tegen het andere liet vechten om de koloniale belangen te verdedigen?

“Ik moet echt dat boek lezen”, denk ik herhaaldelijk bij de serie. We zien de ‘making-of’ van zijn boek, maar de makers vergeten ons de inhoudsopgave te geven. Maar och, deze geschiedenis is ook véél te complex om in drie afleveringen helder over te brengen. Ze hebben tenminste een beelddocument gemaakt dat nooit meer over te doen is.

Bron : trouw.nl-de-indonesie-geschiedenis-is-te-complex-voor-drie-afleveringen door Maaike Bos

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *