RMS-president Wattilete: Er begint iets te veranderen op de Molukken

„Zeventig jaar Molukkers in Nederland is een moment van bezinning voor Nederland”, zegt John Wattilete, president in ballingschap van de Republiek der Zuid-Molukken (RMS). „Ons is in het verleden onrecht aangedaan en op dit moment wordt de bevolking op de Molukken onderdrukt. Het wordt tijd dat dat openlijk wordt erkend.”

De president van de Zuid-Molukse Republiek heeft een advocatenpraktijk in een onopvallende straat in de Stadionbuurt in Amsterdam-Zuid. Het enige Molukse wat aan de buitenkant zichtbaar is staat op het raam: ”Wattilete Advocaten”.

Binnen, in de vergaderruimte, staat de rood-groen-wit-blauwe RMS-vlag in een hoek. En aan de andere kant, naast een houten figuurtje, een kleiner exemplaar van de vierkleur. In de andere hoek zoemt een computer. Hier vergadert indien nodig ook de ministerraad.

Wattilete, die zich ongeveer de helft van zijn werkweek bezighoudt met staatszaken, is de eerste in Nederland geboren president van de op 25 april 1950 uitgeroepen Republik Maluku Selatan. Hij werd in 1955 geboren in Bemmel, studeerde rechten in Nijmegen en werd in 2003 premier van de RMS. In 2010 volgde hij Frans Tutuhatunewa op als president.

U groeide op in de Betuwe met een Molukse vader en een Nederlandse moeder. Beschouwt u uzelf als Molukker?

„Zeker. Als kind praatte ik vooral Nederlands, hoewel mijn vader altijd Moluks Maleis tegen ons sprak. Maar het zelfbewustzijn is onder Molukkers altijd sterk geweest, zelfs nu onder jongeren die de taal nauwelijks meer spreken. Toen ik voor de eerste keer de Molukken bezocht, had ik het gevoel: dit is mijn thuis. Dat zal voor een deel opvoeding zijn, maar het zit ook in onze genen, denk ik.”

En in de geschiedenis…

„De KNIL-militairen die naar Nederland werden gehaald vanaf 1951, toen Indonesië de Molukken onder de voet gelopen had, werd aanvankelijk voorgehouden dat het verblijf in Nederland maar tijdelijk was. Vooral de eerste generatie heeft decennialang gedacht ooit terug te gaan naar een vrije Zuid-Molukse staat. Petities aan de Nederlandse staat werden echter niet gehoord, waarop de tweede generatie besloot tot harde acties, waaronder de treinkapingen. De manier waarop die door Nederland werden beëindigd was buitenproportioneel. Pas in de jaren tachtig was er enige tegemoetkoming van Nederlandse zijde, maar er zijn nooit officiële excuses geweest. Wel aan Indonesië, niet aan de Molukkers. Welke partij heeft nog iets over de Molukkers in haar program staan? Hoeveel aandacht was er voor de zware aardbeving op de Molukken in 2019? Ik hoop dat onze 70-jarige aanwezigheid hier dit jaar het begin wordt van een besef van verbondenheid.”

Maar heeft de RMS bestaansrecht of vecht u voor een afgedane zaak? Hoe kijkt u daar als jurist tegenaan?

„Toen Indonesië onafhankelijk werd, is overeengekomen dat het een federale staat zou worden, met zelfbeschikking voor volken als de Zuid-Molukkers. Indonesië schond dit echter, waarop wij de onafhankelijkheid uitriepen. Nadat we de daaropvolgende strijd verloren is besloten de regering voort te zetten in ballingschap. Dat was een goede zet, want daarmee ligt er een degelijke juridische grondslag voor het voortbestaan van de RMS. Dit is later ook bevestigd door onafhankelijke rechtsgeleerden; ik kan u de documenten geven. Het feit dat de rest van de wereld de RMS niet erkent, doet daar niets aan af. Daarom is de Indonesische bezetting van de Molukken een aantasting van het internationaal recht, net zoals de Duitse bezetting van Nederland in 1940-’45 dat was.”

Hebben de mensen op de Molukken daar last van?

„Het kolonialisme is op de Molukken nog niet afgeschaft. De door Spanje, Portugal, Engeland en Nederland begonnen uitbuiting wordt door de Indonesiërs gewoon voortgezet. De bevolking op de eilandengroep had rijk kunnen zijn, maar is arm. Zoals Nederland er destijds specerijen haalde, oogst Indonesië er nu onder andere vis en aardgas. Na Papoea is het het armste deel van Indonesië.

Daar komt nog onderdrukking bij. Wie op de herdenkingsdag, 25 april, een Molukse vlag laat zien, kan worden opgepakt voor een lange gevangenisstraf. Het leger is rond zulke dagen nadrukkelijk aanwezig op straat. Zelfs voor het in huis hebben van de vlag kun je de gevangenis in draaien, zoals onlangs nog bleek. Trouwens, de jarenlange burgeroorlog tussen de bewoners van de Molukken en van elders afkomstige moslims werd door de Indonesische regering aangemoedigd. Er wordt een angstcultuur in stand gehouden.”

Wat kan de regering van een niet-erkende staat vanuit een landje op 8600 kilometer afstand voor de Molukken betekenen?

„Door Nederlandse Molukkers worden goede hulpprojecten op Ambon en elders opgezet, bijvoorbeeld voor scholen, en daarbij helpt het hier een goed diploma te halen. Maar dat zijn slechts druppels op een gloeiende plaat. Er is echter een verandering gaande.

Het feit dat er een Zuid-Molukse staat is geeft hoop. Op dit moment zijn het vooral Molukse jongeren, onder wie heel wat islamitische studenten, die strijden tegen de schendingen van mensenrechten en tegen de uitbuiting, waaronder grootschalige boskap op Seram. Hoewel velen aanvankelijk niets met de RMS hadden, beginnen ze nu te denken: dat is misschien wel het antwoord. We hebben een gemeenschappelijk doel: een einde aan de uitbuiting van de Molukse eilanden.

Om het groeiende zelfbewustzijn te ondersteunen, hebben we afgelopen zomer veel contact gehad met jongeren op de Molukken en in Nederland. En natuurlijk blijven we proberen gehoor te vinden bij de Nederlandse regering, desnoods middels een rechtszaak zoals rond het staatsbezoek dat de toenmalige Indonesische president in 2010 aan Nederland zou brengen.

Praten met de Indonesische regering heeft nog niet veel nut, maar dat kan spoedig veranderen. De huidige president, Joko Widodo, bijgenaamd Jokowi, is misschien wel de minst erge tot nu toe, maar de Indonesische belangen zijn te groot voor een beleidsverandering. Als (West-)­Papoea en de Zuid-Molukken zelfstandig zouden worden, is Jakarta een flink deel van zijn inkomsten kwijt en valt Indonesië misschien wel nog verder uit elkaar. Nu wordt het eilandenrijk kunstmatig in stand gehouden.”

Is zelfstandigheid een kansloos project of ziet u mogelijkheden voor de toekomst?

„Het bewustzijn groeit. Hier in Nederland, maar zeker op de Molukken. Overal beginnen jongeren de nationale kleuren te gebruiken. Als er op de Molukken een vlaggenparade is zie je, dankzij internet en sociale media, jongeren ook hier de vlag tevoorschijn halen.

Kijk naar Papoea: daar zijn mensen de angst voorbij en durven ze openlijk te protesteren tegen de Indonesische overheersing. Ik acht het niet ondenkbaar dat ze binnen afzienbare tijd hun strijd zullen winnen. Op de Molukken heerst de angst nog, maar dat zal veranderen.

Een goed voorbeeld van hoe het had moeten gaan is Oost-Timor. Portugal weigerde het aan Indonesië af te staan en heeft het uiteindelijk na een volksraadpleging zelfstandigheid gegeven. Ook wij zijn in staat ons eigen land te besturen. De RMS blijft; de dynamiek van de Molukse gemeenschap is lange tijd onderschat. Ik heb goede hoop dat Nederlandse Molukkers eens de mogelijkheid krijgen terug te keren naar een vrij Maluku.”

70 jaar Molukkers in Nederland

Op 21 maart 1951 arriveerde de eerste lichting Molukkers in Nederland. Het schip ”Kota Inten” liep die dag de haven van Rotterdam binnen met aan boord zo’n duizend passagiers, voornamelijk Ambonese militairen die hadden gediend in het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) en hun gezinnen.

De ”Kota Inten” was op 20 februari vertrokken uit de stad Surabaya op Oost-Java. Er zouden nog elf tochten volgen, die in totaal ruim 12.500 voornamelijk Molukse soldaten en hun gezinnen naar Nederland zouden brengen. Ze arriveerden in Rotterdam en Amsterdam.

De Molukkers hadden Nederland altijd gesteund in de koloniale periode en tijdens de Tweede Wereldoorlog. Na het uitroepen van de onafhankelijkheid van Indonesië op 27 december 1949 werd in de oostelijke eilandengroep, de Zuid-Molukken, een eigen staat opgericht. Op 25 april 1950 ontstond zo de Republiek der Zuid-Molukken (RMS).

Hoewel de Zuid-Molukken op papier recht hebben op onafhankelijkheid, belandden zij in een oorlog met het Indonesië van Soekarno. Tussen 1950 en 1966 vielen naar schatting 18.000 doden in de Indonesisch-Molukse oorlog.

De Nederlandse overheid liet 4000 Molukkers die het Nederlandse leger in Indonesië hadden gediend met hun gezinnen naar Nederland komen. De regering erkende de nieuwe Molukse Republiek echter niet. Het was de bedoeling dat de Molukkers tijdelijk in Nederland zouden verblijven, maar terugkeer bleek algauw te gevaarlijk. Tot hun teleurstelling werden de Molukse KNIL-soldaten na aankomst in Nederland uit het leger ontslagen.

De Molukse gemeenschap in Nederland beschouwt 21 maart als het beginpunt van haar geschiedenis in Nederland.

RMS in het kort

1662: Spanje ontruimt de Molukken, Nederland heeft er nu de macht in handen.

1942: Japan bezet Nederlands-Indië.

1945: Sukarno roept de Indonesische onafhankelijkheid uit.

1949: Nederland draagt soevereiniteit over aan Indonesië.

1950: Chris Samoukil verklaart Republiek der Zuid-Molukken (RMS) onafhankelijk.

1963: Arrestatie Samoukil, einde guerrilla op de Molukken.

1966-1978: Na executie Samoukil harde Molukse acties in Nederland.

1991: RMS treedt toe tot Organisatie van Niet-Vertegenwoordigde Naties en Volkeren.

2010: John Wattilete eerste in Nederland geboren president

70 jaar Molukkers in Nederland

Op 21 maart 1951 arriveerde de eerste lichting Molukkers in Nederland. Het schip ”Kota Inten” liep die dag de haven van Rotterdam binnen met aan boord zo’n duizend passagiers, voornamelijk Ambonese militairen die hadden gediend in het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) en hun gezinnen.

De ”Kota Inten” was op 20 februari vertrokken uit de stad Surabaya op Oost-Java. Er zouden nog elf tochten volgen, die in totaal ruim 12.500 voornamelijk Molukse soldaten en hun gezinnen naar Nederland zouden brengen. Ze arriveerden in Rotterdam en Amsterdam.

De Molukkers hadden Nederland altijd gesteund in de koloniale periode en tijdens de Tweede Wereldoorlog. Na het uitroepen van de onafhankelijkheid van Indonesië op 27 december 1949 werd in de oostelijke eilandengroep, de Zuid-Molukken, een eigen staat opgericht. Op 25 april 1950 ontstond zo de Republiek der Zuid-Molukken (RMS).

Hoewel de Zuid-Molukken op papier recht hebben op onafhankelijkheid, belandden zij in een oorlog met het Indonesië van Soekarno. Tussen 1950 en 1966 vielen naar schatting 18.000 doden in de Indonesisch-Molukse oorlog.

De Nederlandse overheid liet 4000 Molukkers die het Nederlandse leger in Indonesië hadden gediend met hun gezinnen naar Nederland komen. De regering erkende de nieuwe Molukse Republiek echter niet. Het was de bedoeling dat de Molukkers tijdelijk in Nederland zouden verblijven, maar terugkeer bleek algauw te gevaarlijk. Tot hun teleurstelling werden de Molukse KNIL-soldaten na aankomst in Nederland uit het leger ontslagen.

De Molukse gemeenschap in Nederland beschouwt 21 maart als het beginpunt van haar geschiedenis in Nederland.

Bron : rd.nl – rms-president-wattilete-er-begint-iets-te-veranderen-op-de-molukken

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *